Anti-pest protocol
Pesten en sociale weerbaarheid
Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.
Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:
Wat verstaan we onder pesten?
Pesten is iedere situatie waarin een persoon herhaaldelijk en langdurig het slachtoffer is van geestelijk en/of lichamelijk geweld uitgeoefend door één of meer personen.
Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:
• Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen
• zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot
• een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven
• een kind wordt voortdurend buitengesloten of gekleineerd
• briefjes doorgeven
• beledigen
• opmerkingen maken over kleding
• isoleren
• buiten school opwachten, slaan of schoppen
• op weg naar huis achterna rijden
• naar het huis van het slachtoffer gaan
• bezittingen afpakken
• schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer.
• zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot
• een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven
• een kind wordt voortdurend buitengesloten of gekleineerd
• briefjes doorgeven
• beledigen
• opmerkingen maken over kleding
• isoleren
• buiten school opwachten, slaan of schoppen
• op weg naar huis achterna rijden
• naar het huis van het slachtoffer gaan
• bezittingen afpakken
• schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer.
Voorwaarden om het pestprobleem aan te pakken:
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen:
leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders)
De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.
Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een contactpersoon nodig. De contactpersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.
Op iedere school is een anti-pest-coördinator aangesteld.
Hoe willen wij daar op De Vonder mee omgaan?
-
Op onze school vinden we het welbevinden, de betrokkenheid en de verbondenheid van de kinderen erg belangrijk. We zijn attent op signalen, observeren gedrag in de groep en buiten op het plein.
-
We hanteren op school stelregels voor het hanteren, signaleren en bespreekbaar maken van pesten.
-
We werken veel rondom de sociaal/emotionele ontwikkeling.
-
We hebben materialen op school van o.a. de GGD en van de Kanjermethode.
-
Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken.
-
Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.
Stelregels voor het hanteren, signaleren en bespreekbaar maken van pesten.
Regel 1:
Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: Je mag niet klikken, maar... als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt je er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken.
Regel 2:
Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.
Regel 3:
Samenwerken zonder bemoeienissen:
school en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie.
Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen.
Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen.
Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders.
De inbreng van de ouders richt zich vooral op het aanreiken van informatie, het geven van suggesties en het ondersteunen van de aanpak van de school.
school en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie.
Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen.
Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen.
Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders.
De inbreng van de ouders richt zich vooral op het aanreiken van informatie, het geven van suggesties en het ondersteunen van de aanpak van de school.
Regels vanuit de Kanjermethode die op De Vonder gelden in alle groepen:
-
We vertrouwen elkaar.
-
We helpen elkaar.
-
Niemand speelt de baas.
-
Niemand lacht uit.
-
Niemand doet zielig.
Deze regels gelden op school en daarbuiten.
Toevoeging:
Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht.
Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep. Dit zijn de zgn. groepsregels
Zowel schoolregels als groepsregels, die aan het begin van het schooljaar zijn opgesteld, zijn zichtbaar in de klas of in de school opgehangen.
Pestgedrag wordt altijd aangepakt. hiervoor gelden de volgende 4 fases.
Fase 1
-
Gesprek: bewustwording wat de pester met het gepeste kind doet. Gesprek met beide: pester en gepeste kind
-
Bestraffing passend bij het pestgedrag
-
Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
Fase 2:
-
Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd op de signaleringskaarten die in het leerlingvolgsysteem bewaard worden en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
Fase 3:
-
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.
Fase 4:
-
In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
Zie het protocol “Schorsen en verwijderen”, opgesteld door Stichting Uniek. -
Wij werken in groep 1 tot en met 8 met Kanjertraining. Kanjertraining biedt een doorlopende leerlijn.